Home
Idioms
Top 1000 Words
Top 5000 Words


Example sentences for "oor"

Lexicographically close words:
oomiaks; oon; oone; oonly; oop; oors; oose; oosphere; oost; oot
  1. We mak' full twunty-four feet amangst us, an' oor shoothers are braid!

  2. Are twunty, thretty, or forty years no' enough to warrant oor claim to lang-sufferin'?

  3. These are no' times to let our hearts rin awa wi' oor heids.

  4. Mr Allister and Mr Benson, in the unavoidable absence o' oor respected Principal, I bid ye a hearty welcome.

  5. We know what we have done in the past; we know how hard oor labour was at first; but we must be thankful that strength was given tae enable us tae break the hard, virgin sod, and thus make the wark lighter for those who come after.

  6. Ah, but that's anither thing; ye'll have lots to learn o' oor methods here.

  7. He'll no forget oor kindness, I dare say.

  8. And maybe he'll help us to oor ain again, frae the laird o' Haudthegrip.

  9. I reckon't, guidwife, a lucky thing that he has come oor way.

  10. We will now live happily durin the remaining portion o' the time o' oor pilgrimage.

  11. This'll lie snugly here, and we'll pull past the leftenant, who thinks we havena seen him, with oor heeds up and oor tongues in oor cheeks.

  12. De galeislaaf fluistert den briefschrijver in het oor wat hij wil geschreven hebben; en daar hij geen schrift lezen kan, ziet hij vorschend in zijn aangezicht, om daar te lezen of hij wel getrouw neerschrijft wat hem is gezegd.

  13. Het hoofd was zoo glad afgesneden, dat het scheen alsof het mes rakelings langs de kaak was gegaan, en die bijna beschadigd of het oor afgeschaafd had; en het lijk zag er uit als ware er niets boven den schouder gelaten.

  14. Ye wad hae the hoose in a low (flame) aboot oor lugs (ears).

  15. And we maun work discipleen amo' oorsels, or else the rod o' the Almichty'll come doon upon a' oor backs.

  16. We hae baith need to say oor prayers, and we cudna do that weel thegither.

  17. There's a hantle to look efter yet, and we maunna neglec' oor wark.

  18. I was glaid to see ye at oor kirk, sir," said Thomas.

  19. Ye see, Mr Doo, the Bible's lain sae lang there, that it's jist oor ain.

  20. En is er altemet iets geweest dat u het eene oor is ingekomen, zoo vertrouw ik, dat zulks het andere oor weer is uitgegaan, en verzoek u althans er niemand, zelfs mij niet, iets van te laten blijken.

  21. Zoo klonken de troostredenen, die nu in ruime mate aan Lodewijk werden toegevoegd; maar waar hij geen oor naar had, zoo grootsch was hij op zijn overwinning; ofschoon hem die waarlijk een paar goede paarden kosten zoude.

  22. Men had mijne afwezigheid niet opgemerkt en was reeds van wal gestoken, toen in de verte een geluid als van een naderenden donder mijn oor trof.


  23. The above list will hopefully give you a few useful examples demonstrating the appropriate usage of "oor" in a variety of sentences. We hope that you will now be able to make sentences using this word.