De rivier van Sanjan of van Umbargaon, zooals men haar mag noemen, wordt omzoomd door rieten boomgroepen, waar mooie zwanen uit te voorschijn kwamen; in de verte zag men in den nevel bergen van onbepaalden vorm.
Roelant was bij hem; en gekomen zijnde in Yweins land, zag Koning Carel het kasteel en dat het schoon en sterk was.
En eindelijk zag ik daar in dien grooten stoel, tusschen een heeleboel kussens in, een man met een shawl over de knieƫn.
Inderdaad liet ik hem steeds meer zijn gang gaan, zag toe en hielp waar hulp gewenscht was; doch na eenigen tijd had hij, zooals noodig was, alle draden in handen en daarmede liep mijn verblijf op Halmaheira ten einde.