Er was weldra een beweging van handen om de tafel, die kruisteekens maakten en in 't wit fladderend ontplooien der servetten begonnen de knechts in de soepborden te rommelen en klonken de gesprekken weer op.
Engeland bereidde, om in Holland een vergoeding te vinden voor wat het in Vlaanderen op het vasteland verloren had, een huwelijk voor van den zoon van hertog Albrecht van Beieren met de dochter van den hertog van Lancaster.
In eene nis of alkove, waarvoor gordijnen van groen damast hingen, stond een zoo fraai en kostbaar ledekant, als men maar ergens in een vorstelijk verblijf zou kunnen verwachten.
Maartje of zijn Grietje heeft kunnen huwen, dat hij een klein ambtje, een' post bij den gouverneur of op het stadhuis heeft gekregen, hij is hem zijn leven lang dankbaar en vereert hem niet zelden als een' vader.
Immers ons volk is er niet te beter aan toe, dewijl we er thans onder ons zoo velen hebben, die geduldig den schimp: "'t Is maar een pennelikker!
Hex un falsch un listig van Grund ut, un slimmer as Bollis im Winter; un de olde Fiend hedd ehr den letzten Bloodsdruppen vörgiftet, datt ook nich een god Haar mehr an ehr was.
So kam he ook in den Gården achter dem Slott, wohen nümmer een Knecht edder Magd kamen was.
Des morgens, terwijl hij naar het gerecht werd gevoerd, was hij verbaasd hoe eigenlijk alles gebeurd was; een arme vrouw had hem gevraagd haar te helpen en hij had met de schouts gevochten, hij wist niet waarom.
Ik bid u, gaan we en zoeken we hem op En fleuren wij met een of ander spel Den weemoed die hem knelt wat op.
Diergelyk een poeyer heb ik in het Hooft van de Rog ondekt, dat meede seer sterk met zuur opbruyst, en waarom ik oordeel, dat daar meede een Alkalisch gelyk sout in is: gelyk ook in de steenkens, die men Kreeftogen noemt.
The above list will hopefully give you a few useful examples demonstrating the appropriate usage of "een" in a variety of sentences. We hope that you will now be able to make sentences using this word.