Maar het goede, dat van oudsher in hen was, zit er nog in, en uit deze asch kan ééns een edel volk verrijzen.
In de lucht zit toch meer lucht as in 't water, werin heelemaal geen lucht zit".
The above list will hopefully give you a few useful examples demonstrating the appropriate usage of "zit" in a variety of sentences. We hope that you will now be able to make sentences using this word.